Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
wetenschap

'We hechten te veel belang aan toetsresultaten'

Jim Jansen,
21 juni 2014 - 11:50
Betreft
Deel op
De wekelijkse doorgeefvraag: een wetenschapper stelt een vraag aan een collega uit een ander vakgebied. Catherine van Beuningen vraagt Denny Borsboom (hoogleraar psychologie UvA): Er wordt steeds meer getoetst in het onderwijs, maar leidt toetswoede niet tot een afrekencultuur en verschraling?

‘Er bestaan twee soorten toetsen: selectietoetsen en diagnostische toetsen. Selectietoetsen dienen ertoe leerlingen te selecteren voor bijvoorbeeld vwo of havo. Diagnostische toetsen zijn er om te bepalen wat een leerling kan en niet kan, opdat de leerkracht weet op welk gebied een extra inspanning vereist is.

Op het gebied van diagnostische toetsen is veel veranderd. Er zijn nu leerlingvolgsystemen, om de zoveel tijd toetsen en computergestuurde volgsystemen. Dat vind ik geen slechte ontwikkeling. Deze systemen bieden tegen beperkte kosten allerlei nieuwe manieren om lacunes in de ontwikkeling op te sporen. Bovendien kunnen ouders zo zien hoe hun kind ervoor staat.

Het aantal selectietoetsen is de laatste decennia niet of nauwelijks veranderd. Wij hebben sinds jaar en dag de Cito-toets en het centraal schriftelijk eindexamen. Dat zijn kwalitatief degelijke instrumenten.

Waar gaan de klachten over toetswoede dan over? Ik denk eigenlijk dat die te maken hebben met de veranderde manier waarop scholen, ouders en leerkrachten toetsresultaten interpreteren. Door allerlei maatschappelijke processen (bijvoorbeeld openbaarmaking van Cito-resultaten op schoolniveau) is het belang dat aan toetsresultaten wordt gehecht, buitenproportioneel toegenomen. Dat heeft geleid tot nare neveneffecten, zoals overdreven absolute interpretaties van Cito-scores.

Zo bezien ligt het probleem niet in het aantal toetsen. Eerder ontbeert de maatschappij gelegenheid en denkkader om gedegen na te denken over de betekenis van toetsresultaten. Daar ligt een taak voor toetsinstituten, universiteiten en politici.'

Borsboom vraagt Auke-Pieter Colijn (Nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef): Het standaardmodel in de ­fysica is met de ontdekking van het Higgsdeeltje wederom bevestigd. Wordt het in de natuurkunde niet een beetje saai, met zo’n theorie die het altijd maar bij het rechte eind heeft?

Deze rubriek verschijnt ook iedere zaterdag in de wetenschapsbijlage van Het Parool.
Lees meer over