Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
wetenschap

'Een glazen plafond aan de UvA ervaar ik niet'

Jim Jansen,
2 november 2013 - 11:30
De wekelijkse doorgeefvraag: een wetenschapper stelt een vraag aan een collega uit een ander vakgebied. Bert van Wee (TU Delft) vraagt Dymph van den Boom (rector magnificus UvA): hoe hoger de academische functie, hoe lager het percentage vrouwen. Komt dat door het glazen plafond, de plakkerige vloer of speelt er wat anders?

‘Eerst even de constatering dat er de laatste jaren wel veel is veranderd, of verbeterd. Bij faculteiten als rechtsgeleerdheid of geesteswetenschappen is een derde van de hoogleraren vrouw. Het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam bestaat voor de helft uit vrouwen. En 55 procent van de promovendi is vrouw,' zegt Dymph van den Boom.

'De verhoudingen schuiven dus langzaam maar zeker op. Bij het ondersteunend personeel wordt bijna de helft van de hoogste functies door vrouwen bekleed. Aan de andere kant klopt het wel weer dat bijvoorbeeld het aantal vrouwelijke hoogleraren in de bètawetenschappen nog achterblijft.'

'Hoe dat komt? Ik denk niet dat er één oorzaak is, maar eerder een samenloop van factoren. In sommige opleidingen is het aantal vrouwelijke promovendi lange tijd achtergebleven, simpelweg omdat de studie minder vrouwen dan mannen trok. Daarnaast kosten dergelijke veranderingen ook tijd, bijvoorbeeld omdat niet alle topfuncties zomaar vacant zijn. Wat wordt bedoeld met ‘plakkerige vloer’? Dat vrouwen op hun huidige positie blijven zitten? Dat herken ik niet zo.'

'Een glazen plafond in de zin van een mannelijke boardroommentaliteit die voorkomt dat vrouwen doorstromen, ervaar ik aan de UvA niet. Integendeel. Wij doen er veel aan om die verhouding meer in balans te brengen. Er zijn convenanten met de faculteiten, vacatures worden uitgezet bij het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, er zijn speciale fellowships. En er zijn streefcijfers. Volgens mij is het dus vooral een kwestie van tijd en aandacht, en is er niet zozeer sprake van een hardnekkige mentaliteit die uit de weg moet worden geruimd.'

Dymph van den Boom vraagt Arie den Boon (maatschappij- en gedragswetenschappen, UvA): hoe verwacht u dat online colleges (MOOC’s) bijdragen aan academische vorming in de toekomst?

Deze rubriek verschijnt ook in Het Parool.