Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Minister mengt zich niet in samenwerking UvA-HvA

Dirk Wolthekker,
10 oktober 2013 - 07:30
De Kamervragen die Kamerlid Jasper van Dijk (SP) stelde aan minister Bussemaker (OCW) over de ‘mislukte fusie’ tussen UvA en HvA heeft de minister beantwoord. In essentie komen haar antwoorden  erop neer dat Bussemaker zich niet bemoeit met wat er goed of fout zou zijn gegaan bij de samenwerking tussen UvA en HvA.

De term ‘mislukte fusie’ komt van Het Parool, dat enige weken geleden een groot artikel publiceerde over de inmiddels tien jaar durende UvA-HvA samenwerking – een fusie is het niet, want de wet voorziet niet in fusies tussen instellingen van hoger onderwijs. In het artikel kwam een groot aantal bestuurders en vooral oud-bestuurders aan het woord waaruit de krant de conclusie trok dat ‘de fusie mislukt’ was. De minister deelt die mening niet per se. Maar wat haar mening wel is blijft vaag, zo blijkt uit de antwoorden op de Kamervragen van Van Dijk.

Of het goed of fout was dat bestuurders van UvA en HvA besloten ‘een fusie’ tussen beide instellingen aan te gaan antwoordt de minister, die zelf rector van de HvA was: ‘Samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs, gericht op kwaliteitsverbetering en het tegengaan van versnippering van onderwijs-en/of onderzoekvoorzieningen, is zonder meer gewenst; ik sta dus achter het streven van onderwijsbestuurders om met andere instellingen tot samenwerking te komen.’ De minister heeft wel aangegeven dat wanneer beide instellingen dat zouden willen er mogelijkheden zijn tot ontvlechting, maar dat zal een omvangrijke klus zijn en de instellingen moeten dat zelf dan maar doen, de minister zal geen initiatieven daartoe ontplooien.

Pluspunt

Op de vraag of de  minister de mening deelt van de voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad van de UvA dat de ambitieuze plannen op onderwijsgebied niet zijn waargemaakt antwoordt zij dat zij zich ‘niet kan mengen in een interne discussie van de UvA en de HvA, laat staan een uitspraak kan doen over de keuze die de verantwoordelijk bestuurders hierin zouden moeten maken’.

Op de vraag wat de totale kosten van ‘de fusie’ zijn geweest antwoordt de minister: ‘Ik beschik niet over de gegevens om hierover een uitspraak te kunnen doen, maar het artikel in Het Parool suggereert aan de hand van uitspraken over de “vertrouwelijke evaluatie” dat de besparingen door het samenvoegen van facilitaire diensten een “groot pluspunt” zijn.’

Bètafusie

Van Dijk wilde ook graag weten hoe het staat met de (geplande) bètafusie tussen de UvA en de VU.  De minister heeft gezegd dat ze ‘positief’ tegenover de samenvoeging van de twee bètafaculteiten staat. ‘Ik ben van oordeel dat bestuurders hun handelen in dienst moeten stellen van het onderwijs en onderzoek aan hun instelling. Daarbij hoort ook dat men actief samenwerking zoekt met zusterinstellingen. Schaalvergroting kan echter nooit een doel op zich zijn en prestige ontlenen bestuurders aan de kwaliteit van hun handelen’.

Van Dijk laat in een reactie weten teleurgesteld te zijn over de antwoorden van de minister. ‘Ik vind de antwoorden van Bussemaker erg afstandelijk. Nergens blijkt dat zij begrip heeft voor de kritiek op de fusie terwijl velen hun vraagtekens plaatsen bij schaalvergroting in het onderwijs. Het zou haar sieren als zij wat meer betrokkenheid toont. Ik zal dit punt bij de onderwijsbegroting van eind oktober oppakken.’

Zie hier voor alle antwoorden van de minister op de door Jasper van Dijk gestelde vragen.