Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Promoveren zou de droom moeten zijn van elke jonge onderzoeker, maar door de hoge publicatiedruk ervaren veel promovendi het traject als een zware en stressvolle periode. Vrijdag luchtten promovendi uit heel Nederland hun hart tijdens een bijeenkomst bij de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen. Samen met enkele hoogleraren discussieerden ze over mogelijke maatregelen die de problemen van hedendaagse promovendi kunnen verminderen.

In het eerste deel van de bijeenkomst kon iedereen zijn zegje doen. De verhouding promovendi – hoogleraren in de zaal (ongeveer 120-10) weerspiegelde een van de problemen die werden aangekaart: er zijn veel promovendi en weinig begeleiders. Daardoor komt er veel druk op de schouders van de jonge onderzoekers en krijgen ze lang niet altijd voldoende hulp. Hoewel dit probleem door de meeste aanwezigen werd erkend, was er verdeeldheid over de oplossing. Sommigen wilden meer begeleiders, anderen pleitten juist voor een inperking van het aantal promovendi.

Valorisatie
Ook over de veelbesproken term ‘valorisatie’ bestond onenigheid. Een deel van de aanwezige promovendi, die in kleine groepjes de belangrijkste punten al hadden voorbesproken, wilde in plaats van valorisatie, relevantie en communicatie als voorwaarden voor onderzoek. Als argument voerden de promovendi aan dat je van tevoren niet kunt aangeven wat de uiteindelijke maatschappelijke waarde van een onderzoek zal zijn. Anderen vonden echter dat het uitleggen van de mogelijke waarde wel degelijk een belangrijke eis moet blijven.

Hoewel de promovendi dus niet bepaald eensgezind waren, waren ze wel vrijwel allemaal ontevreden over de huidige werk- en publicatiedruk. De vier hoogleraren die als laatste op het podium werden geïnterviewd, bleken daar tamelijk geschokt over. ‘Publiceren zou leuk moeten zijn,’ zei Sally Wyatt, hoogleraar Digital Cultures in Development aan de Universiteit van Maastricht. Ook de andere drie sprekers (Dick Swaab, emeritus-hoogleraar neurobiologie aan de UvA, Pieter Doevendans, hoogleraar cardiologie aan het UMC Utrecht en Herman Philipse, hoogleraar filosofie aan de Universiteit Utrecht) stelden dat de ontevredenheid voor hen een eyeopener was en dat promoveren geen loden last, maar een gouden tijd zou moeten zijn.