Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
wetenschap

Schieten zonder gevolgen

Mina Etemad,
22 november 2014 - 14:19
In oorlogsgames als Call of Duty maai je zonder spijt tientallen mensen omver. Moeten games vaker stilstaan bij de ethische consequenties van de acties van de speler?

Eenzijdig
Vanuit je ooghoek zie je de vijand aan komen stormen. Je richt je geweer en schiet. Dood. Nog twee anderen volgen. Je schiet en raakt. Je rent verder door het geruïneerde dorp, op zoek naar wie je nog meer kunt doden. Het is een welbekend soort scène voor wie wel eens oorlogsgames speelt, maar niet de dagelijkse werkelijkheid voor een militair. Soldaten uit westerse landen zoeken het geweld zo min mogelijk op en voeren veel van hun gevechten uit op afstand, met bommen of drones.

'Het meeste van wat jonge mensen weten van oorlog komt van oorlogsspellen,' vertelt David Nieborg, gamewetenschapper aan de UvA. 'Die spellen geven een eenzijdig beeld van wat oorlog is: in man-tot-man-gevechten vecht je een eerlijke strijd uit om te bepalen wie de winnaar is. Maar oorlog is niet netjes, niet symmetrisch. Een deel van de jongeren die zulke spellen spelen komt in het leger terecht met dat beeld in hun hoofd.'

Reflecteren
Op 4 november verscheen een nieuw deel van de computerspelserie Call Of Duty, een zogeheten first person shooter. Nieborg waarschuwt dat het Amerikaanse leger financieel bijdraagt aan het maken van het spel. 'Dat geeft aan hoe verweven die twee werelden zijn.' Nieborg is niet van mening dat er helemaal geen oorlogsgames gemaakt moeten worden. 'Games zijn bij uitstek een medium waarmee je kunt reflecteren op je daden. Maar in de spellen van nu zit weinig reflectie.'

Wat hij het liefst zou zien is dat oorlogsgames ook emoties als frustratie of verdriet oproepen. Sommige spellen doen wel een poging. In Specs Ops: The Line schiet je een groep burgers dood. Vervolgens zie je de gevolgen en word je geconfronteerd met je daden. 'Ik vond dat niet leuk, ongemakkelijk zelfs. Maar dat maakt zo’n spel juist interessant.'

Training
Anja van der Hulst is docent game studies aan de UvA en onderzoeker bij TNO. Daar denkt ze mee met game-ontwikkelaars en defensie op het gebied van games. Het gaat hierbij niet alleen om computergames, maar ook om bordspellen waarmee strategieën of tactieken getraind kunnen worden. 'Als we militairen binnenkrijgen die rond de achttien zijn, hebben ze vaak allerlei spellen gespeeld,' vertelt Van der Hulst. 'Dat soort jongens snapt heel goed dat je in een spel als Call Of Duty in een missie rustig twintig mensen neermaait, maar dat je dat in het echt niet doet. Ik geloof niet dat ze dat soort beelden meenemen.'

In hun training leren ze om alleen gewelddadige middelen te gebruiken als dat echt noodzakelijk is. 'Als ze schieten is het om hun eigen veiligheid te bewaken. Voor heel veel missies geldt dat je goed bezig bent geweest als je niet hebt geschoten.' Winnen leren ze niet te zien als een overwinning op de tegenstander, maar als het veiligstellen van het gebied waar ze zich in bevinden. 'Een oorlog kun je winnen als je de lokale bevolking helpt hun leven op te pakken. Degenen die uitgezonden worden, beseffen dat goed, want ze worden daarin getraind.'

Ethiek
Alexander Mulder, docent game development aan de HvA, heeft gewerkt bij Ranj. Dat is de grootste game-ontwikkelaar in Nederland met opdrachtgevers als de overheid, maar ook advocatenkantoren of merken zoals L’Oréal die voor sollicitatieprocedures een game willen gebruiken. Samen met de opdrachtgever bedenkt Ranj hoe het spel eruit komt te zien. Voor een oorlogsgame in opdracht van de overheid geldt dat de overheid het oorlogsbeeld bepaalt dat de spelers krijgen. 'Natuurlijk speelt ethiek mee,' zegt Mulder. 'Maar is het erger als je een recruteringsgame maakt voor
Shell of voor het Nederlands leger? Het zijn allebei moreel dubieuze organisaties.'

Over het beeld dat gamers van oorlog meekrijgen is Mulder ook relativerend. 'Kijk eens naar de filmindustrie. Er bestaan zo veel films over de Vietnamoorlog of de Tweede Wereldoorlog.' Nieborg stelt echter dat er wel veel diversiteit is in bijvoorbeeld het aanbod van films en boeken, maar niet in games. 'Games zouden betekenisvol moeten zijn en een breed scala aan emoties moeten oproepen, en oorlogsgames zouden daar meer een aanzet toe moeten geven. Bij oorlogsfilms heb je dat ook. Er is geen Schindler’s List van games.'

In Nederland was dit jaar een slavernijgame ontwikkeld waar veel commotie over ontstond. In de game, ontwikkeld door het slavernij-instituut Ninsee, kruip je in de huid van een slaaf op een Surinaamse plantage, waarbij je op een gegeven moment ook met zweepslagen te maken krijgt. Volgens de makers niets anders dan de historische werkelijkheid. Volgens de appstore te kwetsend – de game werd offline gehaald. Nieborg: 'Zonder dat het überhaupt gespeeld werd! Over elk onderwerp kun je een game maken die anders is dan een film. Waarom zou je niet op een interactieve manier zoiets extreems als slavernij of de Holocaust willen aankaarten?'

Dit artikel verscheen eerder in de special voor het Gala van de Wetenschap. David Nieborg zal tijdens het Gala een snedige column ten gehore brengen. Het Gala van de Wetenschap vindt plaats op 25 november in de Stadsschouwburg Amsterdam (klik voor kaarten).