Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
wetenschap

'Nog geen Harvard aan de Amstel'

Jim Jansen,
24 mei 2014 - 11:49
De wekelijkse doorgeefvraag: een wetenschapper stelt een vraag aan een collega uit een ander vakgebied. Ruben Fukkink vraagt ­HvA-lector Willem van Winden: is de Amsterdamse kenniseconomie – met een HvA, UvA en al die andere instituten – uniek? Of zijn we even uniek als Delft, Eindhoven en Rotterdam?

‘Amsterdam trekt talent. Ondanks de kamernood en hoge huren – alleen Utrecht is nóg erger – komen elk jaar duizenden slimme jonge mensen naar de hoofdstad om aan de UvA, VU of HvA te studeren. Geen stad in Nederland heeft zo veel hogeronderwijsinstellingen binnen haar grenzen. En na de studie hoef je hier niet weg. Dankzij de robuuste Amsterdamse arbeidsmarkt vinden veel studenten na hun studie een baan in de regio. Dat is in veel steden – vooral buiten de Randstad – wel anders.

Vrij uniek is ook dat de gemeente, ondanks de crisis, veel investeert om Amsterdam als kennisstad te versterken. Wethouder Carolien Gehrels had er vijftig miljoen euro voor over om de TU Delft en Wageningen UR naar Amsterdam te halen, om hier met het Amerikaanse MIT onderzoek te doen naar urban technologies. En er gaan geruchten dat Duke University (ook uit de VS) op de AMC-campus in Zuidoost zal neerstrijken, om daar samen te werken in het Amsterdam Institute for Health and Technology (AIHT).

Ook private instellingen zien Amsterdam steeds meer zitten. Nijenrode Universiteit opende begin dit jaar een vestiging op de Keizersgracht en ASML begint een technologisch instituut op het Science Park. De gemeente betaalt mee (vijf miljoen euro) en won de strijd om het nieuwe instituut van Eindhoven, Nijmegen en Aken.

Het gaat de goede kant op, maar er is nog veel te doen. Amsterdam staat niet bekend als Harvard aan de Amstel. Dat heeft ook met kwaliteit te maken. Het onderwijs en het onderzoek zijn lang niet slecht, maar geen wereldtop. En in vergelijking met Boston, Cambridge, Oxford of Zürich is de spin-off van Amsterdamse kennisinstellingen (technologiestarters, R&D-investeringen van buitenlandse bedrijven) matig te noemen.'

Willem van Winden vraagt Joep Leerssen (hoogleraar moderne Europese letteren, UvA): hoe verklaart u het groeiende anti-Europese of in elk geval anti-­Brusselsentiment in veel landen?