Wat doen wetenschappers en studenten in de zomer? Deze week: Katrien Helmerhorst (1982), die promoveert aan de UvA op een studie naar methoden om de kwaliteit van kinderopvang te verbeteren.
‘Ik heb een training ontwikkeld om de kwaliteit van kinderopvang te verbeteren. Bij eerder onderzoek zagen we dat vooruitgang op twee punten wenselijk was: de interactievaardigheden van de pedagogisch medewerkers en de inrichting en uitrusting van crèches.
Met behulp van videofeedback ben ik met leidsters aan het werk gegaan om hun omgang met kinderen te verbeteren. Aan de hand van video’s konden ze zichzelf terugzien en werd duidelijk wat goed ging en wat beter kon. Op het gebied van verbale communicatie, sociale interactie en bredere ontwikkelingsstimulering was verbetering mogelijk.
Met de leidinggevende heb ik meer naar de brede omgeving gekeken. Hoe ziet de ruimte eruit, met wat voor materialen wordt gewerkt en hoe is het programma ingericht?
Als kind heb ik niet op een opvang gezeten en daarom vond ik dit onderzoek zo interessant. Ik wilde weten of ik iets gemist had. Ik zou ook niet bang zijn mijn kind naar een crèche te sturen. Alleen zou ik wel heel selectief zijn.
Mijn promotie is bijna afgerond en ik zie deze zomer als de grote compensatiezomer. Ik ga eerst naar Zeeland, daarna naar Lowlands en tot slot naar New York.'
Deze rubriek verschijnt ook in de wetenschapsbijlage van Het Parool.
‘Ik heb een training ontwikkeld om de kwaliteit van kinderopvang te verbeteren. Bij eerder onderzoek zagen we dat vooruitgang op twee punten wenselijk was: de interactievaardigheden van de pedagogisch medewerkers en de inrichting en uitrusting van crèches.
Met behulp van videofeedback ben ik met leidsters aan het werk gegaan om hun omgang met kinderen te verbeteren. Aan de hand van video’s konden ze zichzelf terugzien en werd duidelijk wat goed ging en wat beter kon. Op het gebied van verbale communicatie, sociale interactie en bredere ontwikkelingsstimulering was verbetering mogelijk.
Met de leidinggevende heb ik meer naar de brede omgeving gekeken. Hoe ziet de ruimte eruit, met wat voor materialen wordt gewerkt en hoe is het programma ingericht?
Als kind heb ik niet op een opvang gezeten en daarom vond ik dit onderzoek zo interessant. Ik wilde weten of ik iets gemist had. Ik zou ook niet bang zijn mijn kind naar een crèche te sturen. Alleen zou ik wel heel selectief zijn.
Mijn promotie is bijna afgerond en ik zie deze zomer als de grote compensatiezomer. Ik ga eerst naar Zeeland, daarna naar Lowlands en tot slot naar New York.'
Deze rubriek verschijnt ook in de wetenschapsbijlage van Het Parool.
