Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marleen Hoebe
wetenschap

Hester heeft misofonie: ‘Soms komt er zo’n haatgevoel als mensen eten’

Marleen Hoebe,
19 juni 2018 - 15:01

Walgen van je vaders ademhaling of gek worden als mensen op een muis klikken. Hester heeft deze aandoening, genaamd misofonie, maar kan er na een therapie in het AMC beter mee omgaan. ‘Ik denk nu zelfs weleens aan een gordijnrails als ik iemand zijn neus hoor ophalen.’

Hester Meijndert-Heij (44), een goedlachse en lieve vrouw, heeft al sinds haar achtste misofonie. Mensen met misofonie voelen woede of walging voor bepaalde geluiden. Hester heeft dit vooral bij mensen die chips eten, hun tanden poetsen of op de muis van hun computer klikken. Ze krijgt dan ongewild haatgevoelens voor mensen die deze geluiden maken. ‘Ik ga hardop hele lelijke dingen zeggen, zoals: als jij straks honderd kilo wil wegen, dan moet je vooral chips gaan eten. Of: je poetst je tanden niet, maar je schrobt je bek. Het is een bepaalde agressie die je uit. Ik heb weleens tegen een wildvreemde vrouw die kauwgom at op straat gezegd: je kauwt als een koe. Dat kan je natuurlijk niet maken.’

Het Amsterdam UMC heeft sinds kort een behandeling voor mensen met misofonie die bestaat uit ontspanningsoefeningen en geluidsmanipulatie. Daarbij ga je een ander geluid koppelen aan het geluid dat je irriteert, en volg je aandachttrainingen zodat je meer gaat letten op wat je aan het doen bent in plaats van het geluid dat je hoort. Hester vond de therapie hartstikke leuk. ‘Ik ging elke keer na een sessie met een grote glimlach op mijn gezicht naar huis. Het was een groot feest van herkenning. Iedereen van de therapiegroep begreep elkaar. De therapie heeft me veel inzicht gegeven over mijn jeugd, gezin en huwelijk. Dat heeft me uiteindelijk meer gebracht dan dat ik nu beter tegen die geluiden kan.’

 

Lees verder onder de video.

Hester vertelt haar verhaal in het Van der Valk-hotel bij Schiphol in het bijzijn van haar man Dennis. Ze stelt zelf voor om hier af te spreken. We bestellen allemaal een drankje. ‘Als mensen hun drankje doorslikken, klinkt het voor mij net alsof je een beerput doortrekt,’ vertelt Hester. ‘Dat heb ik echt bij iedereen. Bij eetgeluiden is dat minder, als jij een koekje gaat eten, heb ik daar geen last van. Maar als hij een koekje eet wel.’ Hierbij wijst ze naar haar man. Dennis reageert hier lachend op: ‘Daarom heb ik nu een chocolaatje.’

‘Als mensen hun drankje doorslikken, klinkt het voor mij net alsof je een beerput doortrekt’

Dit hotel lijkt me een hele irritante plek voor mensen met misofonie. Waarom wilt u hier afspreken?
‘Hier zijn heel veel bijgeluiden, dan heb ik geen last. Als kind ging ik als we met familie aan tafel zaten, heel erg tegengeluiden maken. Ik ging expres heel hard met mijn bestek op mijn bord tikken. Tijdens het ontbijt tikte ik ook op het pak hagelslag of de boter. Ik had altijd een soort drumstel waar ik op tikte, als ik mijn familie maar niet hoefde te horen.’

Haar man merkt op: ‘Het kan dat ze straks na een uurtje hier gewend is en zich alsnog gaat ergeren aan de geluiden.’ Hester geeft dit toe. ‘Stel dat die mevrouw die nu achter me zit vijf minuten in haar kopje gaat zitten roeren, dan wil ik het liefst het lepeltje door haar strot duwen.’

‘Ik dacht: als er ooit een therapie voor komt en ik moet er een hypotheek voor afsluiten, ik ga het volgen, want ik wil hier zó graag van af’

Hoe wist u dat u last had van misofonie?
‘Ik was acht toen ik tijdens het eten opmerkte dat mijn vader zo zwaar ademhaalde. Daar schrok ik van. Dit wilde ik helemaal niet horen. Als kind werd ik dan nog niet echt heel boos, maar ik vond het wel heel vervelend. Dan ging ik een beetje met mijn vinger in mijn oor zitten. Verder vertoonde ik vluchtgedrag. Als ik de mogelijkheid had, ging ik ergens anders zitten, weg bij de rest van het gezin, bijvoorbeeld op mijn kamer. Ik was vaak alleen. Toen wist ik natuurlijk nog niet wat er aan de hand was. Iets van een jaar of vijf geleden kwam ik tijdens het googelen naar irriterende geluiden erachter dat die geluidirritatie een naam heeft: misofonie. Ik las over alles waar een mens met misofonie zich aan kan storen. Toen dacht ik: ik heb dit allemaal. Als er ooit een therapie voor komt en ik moet er een hypotheek voor afsluiten, ik ga het volgen, want ik wil hier graag, zó graag, van af.’

 

Wat was de reactie van uw familie op uw gedrag?
‘Ik was gewoon anders als jongste. Het was bij ons thuis altijd op je tenen lopen, want mijn vader kon ontzettend uit zijn stekker gaan als iemand met zijn benen wiebelde, zijn neus ophaalde of een deuntje floot. Tijdens de therapie van het AUMC kwam naar voren dat misofonie familiair is. Mijn vader heeft het dus ook! Dat heeft me in die zin zoveel geleerd over mijn jeugd. Mijn vader was helemaal geen tiran. Hij heeft er zelf last van. Ik heb het bespreekbaar gemaakt bij mijn vader. Dat heeft ons dichter bij elkaar gebracht. We luchten af en toe ons hart bij elkaar over de geluiden waar we ons aan ergeren. Dan lachen we erom en gaan we over tot de orde van de dag.’

 

Komt misofonie nog meer voor in de familie?
‘De zus van mijn vader heeft het en onze dochter van zeventien. Een enkele keer eet onze dochter met ons mee aan tafel. Zolang zij zelf eet, gaat het wel, maar zodra ze klaar is met eten, is de focus weer op de ander. Dat heb ik eigenlijk ook. Dan zegt ze altijd: “Mag ik van tafel?” Ik antwoord nooit met: “Stel je niet zo aan.” Als het voor haar moeilijk is, mag ze gaan. We letten gewoon een beetje op elkaar.’

Foto: Marleen Hoebe

Zijn er nog andere dingen waarmee jullie rekening houden in het gezin?
‘Zelf probeer ik een beetje op te letten als ik wat eet,’ vertelt de man van Hester. ‘Kroepoek laat ik in mijn mond totdat die smelt. Wanneer ik later eet dan zij, ga ik niet met mijn bord bij haar zitten, maar ik ga ook weer niet helemaal met mijn bord op mijn kamer zitten.’ Hester reageert: ‘Ik heb ook nooit gezegd dat je weg moest. Het is mijn probleem. Als ik het irritant vind, dan doe ik even mijn vinger in mijn oor. Dat geeft niks. Wel eten we niet zo vaak met vrienden. Soms komt er zo’n haatgevoel als anderen om je heen eten. Dat wil je niet. Vooral met chips heb ik dat. Op zaterdagavond zal je bijna nooit chipjes op onze tafel zien staan, maar wel blokjes kaas.’

 

Eten jullie dan nooit chips?
‘We hebben heus wel chips in huis. Ik eet het zelf ook. Heel soms denk ik: niet zeuren en dan doe ik chips in een schaal, zodat ik goed kan zien wanneer de schaal leeg is en wanneer het geluid ophoudt. Soms ligt er zelfs een zak chips op tafel. Op een gegeven moment hou ik het niet meer en leg ik die zak weg. Ik heb het ook als iemand op tv iets eet, daarom heb ik altijd de afstandsbediening in de buurt.’

‘Ze zapt zo zes zenders verder als bijvoorbeeld die Magnumreclame voorbij komt en je die knak van het afbijten hoort,’ zegt haar man.

‘Ze zapt zo zes zenders verder als bijvoorbeeld die Magnumreclame voorbij komt’

Hoe gaat u op uw werk met irritante geluiden om?
‘Ik ben bestuurssecretaresse. Tegenwoordig heb je het nieuwe vergaderen waarbij iedereen met zijn laptopje en muis zit. Mij zul je nooit met een muis in de vergaderzaal zien, nooit. Ik vind het muisgeluid van mezelf gewoon al heel vervelend. Als je een laptop hebt, hoef je helemaal geen muis. Dat is echt flauwekul. Ik weet alle sneltoetsen om maar niet te hoeven muizen. Daarnaast heb ik voor mezelf en de vijf andere dames op kantoor een muis geregeld die minder hard klikt. Ik heb laatst gezien dat er ook klikloze muizen bestaan. Dat is nog een oplossing. Tijdens een vergadering moet ik heel hard mijn best doen om me te concentreren. Het lukt wel, maar dat kost dusdanig veel energie dat ik daarna echt uitgeput ben. Verder heb ik transparante oordopjes op maat laten maken. Die zie je niet. Dan doe ik mijn haar een beetje zo over mijn oren. Soms zet ik tijdens het werken massagemuziek of relaxmuziek op, want met mijn oortjes in kan ik heel goed focussen.’

 

Wat hebt u tijdens de therapie van het AMC geleerd?
‘We zaten met een groep van acht personen en leerden stress herkennen, stress onder controle te krijgen, focussen op je taak. Dat vond iedereen het fijnste gedeelte. We moesten vaak wedstrijdjes doen zodat je je wel op je taak moest concentreren. Deze wedstrijdjes wilden we allemaal winnen, dat is een kenmerk van iemand met misofonie. Misofonen leggen de lat echt enorm hoog. We hebben heel hoge standaarden. Die verwachten we ook van een ander, maar zo hoog, dat is niet haalbaar. Je leert dat dit eigenlijk niet eerlijk is. Wat verder heel kenmerkend was, was dat iedereen van de groep zich vaak eenzaam voelt, omdat je gewoon niet makkelijk over misofonie praat. Iedereen vindt het irritant als iemand in een vergadering klikt met zijn pen. Als iemand dan zegt: joh, hou eens op, dan zijn er nog tien die dat vinden. Dat is iets heel anders dan die pen willen afpakken en naar diegene willen schreeuwen of het nu eindelijk eens klaar is met dat geklik. Daar zit echt een verschil in.’

‘Als nu iemand een cracker eet, zegt mijn dochter: “Apen in de sneeuw mam, apen in de sneeuw”’

Gebruikt u wat u geleerd hebt tijdens de therapie ook in het dagelijks leven?
‘Ik probeer vooral stress te herkennen, te focussen op het ontspannen, mijn ademhaling, en mezelf rustiger te krijgen. Dat werkt toch eigenlijk het beste voor mij. Ik moest ook een tijdje elke keer dat ik naar de wc ging geluidsfragmenten beluisteren en filmpjes bekijken die we tijdens de therapie hadden gemaakt. Hierin waren misofonie-geluiden gekoppeld aan een minder erg geluid of een leuk beeld. Het geluid van iemand die zijn neus ophaalt werd bijvoorbeeld gekoppeld aan het geluid van een gordijn dat iemand dichttrekt en het geluid van iemand die een cracker of chips eet werd gekoppeld aan het geluid van voetstappen in de sneeuw. Iemand uit mijn therapiegroep had een filmpje gemaakt van apen in de sneeuw met als achtergrondgeluid iemand die een cracker eet. Als nu iemand een cracker in mijn buurt eet, zegt mijn dochter: “Apen in de sneeuw mam, apen in de sneeuw.” Zo maken we mijn reactie luchtiger.’

 

Werken die filmpjes en geluidsfragmenten voor u?

‘De filmpjes en geluidsfragmenten moest ik net zo lang bekijken en beluisteren totdat ik mijn hersenen fopte. Ik was een keer de hond aan het uitlaten waarbij een vrouw die achter me fietste haar neus ophaalde. Op dat moment moest ik echt aan een gordijnrails denken. Toen dacht ik: wat?! Het werkt! Dan kun je er opeens om lachen. Als ik erover praat, is het gewoon heel veel lachen. Maar achter die lach zit toch wel echt eenzaamheid omdat je graag zou willen dat het anders was.’

Lees meer over