Uit onderzoek blijkt dat de TCS Amsterdam Marathon de regio Amsterdam vorig jaar bijna zestien miljoen euro opleverde. Organisator Le Champion liet de economische waarde berekenen door HvA-/Inholland-lector Marije Baart de la Faille en Pieter Verhoogt van Sport2B.
Voor de berekening van die opbrengst zijn zoveel mogelijk factoren meegenomen. Zo zijn de bestedingen van toeschouwers, deelnemers, de organisatie en mediavertegenwoordigers meegerekend. De buitenlandse deelnemers spendeerden het meest: gemiddeld 83 euro op de dag van de marathon. Amsterdamse lopers waren met zo'n zeven euro het zuinigst en Nederlanders van buiten Amsterdam gaven gemiddeld elf euro uit.
Het totaalplaatje
Ook zogenaamde additionele uitgaven zijn opgenomen in het onderzoek van Baart de la Faille en Verhoogt. Die ontstaan als een deelnemer bijvoorbeeld extra lang in de stad blijft en daardoor hotelovernachtingen boekt. De totale bestedingen van de deelnemers worden geraamd op grofweg 9,8 miljoen. De totale bestedingen van de bezoekers werden ingeschat op iets meer dan 1,9 miljoen euro. Mediavertegenwoordigers zoals bijvoorbeeld journalisten, fotografen en cameramensen waren tezamen goed voor een bedrag van negenduizend euro.
Marije Baart de la Faille
De organisatie van de marathon boekte een negatief resultaat van iets meer dan een half miljoen euro. Dit bedrag is bij de eindberekening afgetrokken van het totale opbrengstenplaatje van deelnemers, bezoekers en mediavertegenwoordigers. Het levert een eindbedrag van 11.264.000 euro op. Om ook indirecte opbrengsten, 'bijvoorbeeld wanneer leveranciers van de marathonorganisatie op hun beurt extra bestellingen doen bij hun leveranciers', mee te nemen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met 1,4. Dat cijfer is gebaseerd op onderzoeken die zijn gedaan naar het WK Roeien dat in 2014 in Amsterdam plaatsvond en houdt in dat iedere euro nog eens 40 cent indirect effect sorteert.
Tevredenheid
Baart de la Faille en Verhoogt onderzochten eveneens hoe deelnemers en bezoekers denken over de marathon. De reputatie van het Amsterdamse evenement is voor Nederlandse hardlopers het hoogstgewaardeerde aspect. Voor buitenlandse deelnemers is de aantrekkelijkheid van een bezoek aan Amsterdam een belangrijke factor, zo blijkt uit de cijfers.
De effecten op de gezondheid van deelnemers is ook gemeten. Die cijfers zijn veelbelovend voor het verdere onderzoek dat Baart de la Faille zal doen in haar lectoraat. Dat lectoraat, Kracht van sport, richt zich onder meer op de gevolgen die een deelname aan een loopwedstrijd heeft voor de leefwijze voor en na de wedstrijd. Die zijn bij deze marathon groot. Zo is 24 procent van de deelnemers minder gaan drinken en is vijf procent minder gaan roken.
Voor de berekening van die opbrengst zijn zoveel mogelijk factoren meegenomen. Zo zijn de bestedingen van toeschouwers, deelnemers, de organisatie en mediavertegenwoordigers meegerekend. De buitenlandse deelnemers spendeerden het meest: gemiddeld 83 euro op de dag van de marathon. Amsterdamse lopers waren met zo'n zeven euro het zuinigst en Nederlanders van buiten Amsterdam gaven gemiddeld elf euro uit.
Het totaalplaatje
Ook zogenaamde additionele uitgaven zijn opgenomen in het onderzoek van Baart de la Faille en Verhoogt. Die ontstaan als een deelnemer bijvoorbeeld extra lang in de stad blijft en daardoor hotelovernachtingen boekt. De totale bestedingen van de deelnemers worden geraamd op grofweg 9,8 miljoen. De totale bestedingen van de bezoekers werden ingeschat op iets meer dan 1,9 miljoen euro. Mediavertegenwoordigers zoals bijvoorbeeld journalisten, fotografen en cameramensen waren tezamen goed voor een bedrag van negenduizend euro.
Marije Baart de la Faille
De organisatie van de marathon boekte een negatief resultaat van iets meer dan een half miljoen euro. Dit bedrag is bij de eindberekening afgetrokken van het totale opbrengstenplaatje van deelnemers, bezoekers en mediavertegenwoordigers. Het levert een eindbedrag van 11.264.000 euro op. Om ook indirecte opbrengsten, 'bijvoorbeeld wanneer leveranciers van de marathonorganisatie op hun beurt extra bestellingen doen bij hun leveranciers', mee te nemen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met 1,4. Dat cijfer is gebaseerd op onderzoeken die zijn gedaan naar het WK Roeien dat in 2014 in Amsterdam plaatsvond en houdt in dat iedere euro nog eens 40 cent indirect effect sorteert.
Tevredenheid
Baart de la Faille en Verhoogt onderzochten eveneens hoe deelnemers en bezoekers denken over de marathon. De reputatie van het Amsterdamse evenement is voor Nederlandse hardlopers het hoogstgewaardeerde aspect. Voor buitenlandse deelnemers is de aantrekkelijkheid van een bezoek aan Amsterdam een belangrijke factor, zo blijkt uit de cijfers.
De effecten op de gezondheid van deelnemers is ook gemeten. Die cijfers zijn veelbelovend voor het verdere onderzoek dat Baart de la Faille zal doen in haar lectoraat. Dat lectoraat, Kracht van sport, richt zich onder meer op de gevolgen die een deelname aan een loopwedstrijd heeft voor de leefwijze voor en na de wedstrijd. Die zijn bij deze marathon groot. Zo is 24 procent van de deelnemers minder gaan drinken en is vijf procent minder gaan roken.
