ReThink UvA-FdR heeft een verklaring opgesteld waarin ‘de onmiddellijke oprichting’ van een faculteitsraad wordt geëist. Ook zouden er nog dit jaar verkiezingen moeten komen voor een nieuwe decaan. De zittingstermijn van Edgar du Perron loopt namelijk aan het einde van dit jaar af. Diens opvolgingsprocedure, die al in gang zou zijn gezet, moet volgens ReThink UvA-FdR worden opgeschort.
ReThink UvA-FdR vindt dat er een directe verkiezing moeten komen voor de Faculteitsraad (FR), waaraan wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk personeel en studenten zou moeten kunnen deelnemen. De FR zou onder meer het recht moeten hebben het faculteitsbestuur – inclusief de decaan – te benoemen en te ontslaan bij een gekwalificeerde meerderheid - meer dan simpelweg 50 procent van de stemmen. Ook zou de FR het vetorecht moeten krijgen bij belangrijke beslissingen van het faculteitsbestuur en moet de raad in het openbaar vergaderen. Openbaarheid zou ook moeten gelden voor alle documenten zoals notulen die het resultaat zij van faculteitsvergaderingen.
Hoogleraar Martijn HesselinkVakbond en consumentenorganisatie
Bij de oprichting van een FR zouden verschillende opties mogelijk zijn, schrijft hoogleraar Europees Privaatrecht Martijn Hesselink van Rethink UvA-FdR in een toelichtende mail. Hij spreekt van een ‘stakeholder-model’ en een ‘meer deliberatief model’. Bij het eerste model zitten vertegenwoordigers in de FR die vooral opkomen voor hun achterban. Het risico daarbij is volgens Hesselink ‘dat studenten en medewerkers tegenover elkaar komen te staan, waarbij de OR geneigd is zich te gedragen als een vakbond en de studentenraad als consumentenorganisatie’.
In het tweede model zitten vertegenwoordigers die gekozen zijn ‘om de gemeenschap te vertegenwoordigen in een debat waarin men elkaar probeert te overtuigen op basis argumenten en waarin besluiten onderbouwd worden met redenen’. Over welke van de twee modellen het meest geschikt zou zijn, zou de komende tijd moeten worden gedebatteerd. Hesselink zegt dat een faculteitsraad kan bijdragen ‘aan een situatie waarin studenten en medewerkers genomen besluiten vaker zullen ervaren als onze besluiten en niet meer slechts als die van anderen.’
Lange procedure
Decaan Du Perron heeft al eerder aangegeven dat hij in principe positief tegenover de invoering van een FR staat, maar dat is niet zomaar te regelen, zegt hij in een reactie. ‘Het kan in ieder geval niet op korte termijn, want het Universiteitsreglement moet daarvoor worden aangepast. We hebben nu een gekozen studentenraad en een gekozen ondernemingsraad en die organen zouden daarmee dan akkoord moeten gaan. Ondernemingsraad en studentenraad nemen ook besluiten in gezamenlijke vergaderingen, de zogenoemde gv. We zouden als een soort pilot kunnen kijken of er een overgangsperiode kan komen waarin de gv meer bevoegdheden heeft dan nu.’
Decaan Edgar du PerronOok de directe verkiezing van een decaan en/of het faculteitsbestuur is volgens Du Perron niet zomaar te regelen. Zijn (tweede) termijn als decaan loopt aan het einde van dit kalenderjaar af. Dat de opvolgingsprocedure al in gang zou zijn gezet en zou moeten worden opgeschort, daarvan is niet op de hoogte. ‘Er wordt binnen de faculteit natuurlijk wel nagedacht over wat en wie er in de toekomst decaan zou kunnen worden, maar ik weet daar verder niet veel van. Daaruit zou je kunnen concluderen dat ik geringe belangstelling heb voor een derde termijn.’
ReThink UvA-FdR vindt dat er een directe verkiezing moeten komen voor de Faculteitsraad (FR), waaraan wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk personeel en studenten zou moeten kunnen deelnemen. De FR zou onder meer het recht moeten hebben het faculteitsbestuur – inclusief de decaan – te benoemen en te ontslaan bij een gekwalificeerde meerderheid - meer dan simpelweg 50 procent van de stemmen. Ook zou de FR het vetorecht moeten krijgen bij belangrijke beslissingen van het faculteitsbestuur en moet de raad in het openbaar vergaderen. Openbaarheid zou ook moeten gelden voor alle documenten zoals notulen die het resultaat zij van faculteitsvergaderingen.
Hoogleraar Martijn HesselinkVakbond en consumentenorganisatie
Bij de oprichting van een FR zouden verschillende opties mogelijk zijn, schrijft hoogleraar Europees Privaatrecht Martijn Hesselink van Rethink UvA-FdR in een toelichtende mail. Hij spreekt van een ‘stakeholder-model’ en een ‘meer deliberatief model’. Bij het eerste model zitten vertegenwoordigers in de FR die vooral opkomen voor hun achterban. Het risico daarbij is volgens Hesselink ‘dat studenten en medewerkers tegenover elkaar komen te staan, waarbij de OR geneigd is zich te gedragen als een vakbond en de studentenraad als consumentenorganisatie’.
In het tweede model zitten vertegenwoordigers die gekozen zijn ‘om de gemeenschap te vertegenwoordigen in een debat waarin men elkaar probeert te overtuigen op basis argumenten en waarin besluiten onderbouwd worden met redenen’. Over welke van de twee modellen het meest geschikt zou zijn, zou de komende tijd moeten worden gedebatteerd. Hesselink zegt dat een faculteitsraad kan bijdragen ‘aan een situatie waarin studenten en medewerkers genomen besluiten vaker zullen ervaren als onze besluiten en niet meer slechts als die van anderen.’
Lange procedure
Decaan Du Perron heeft al eerder aangegeven dat hij in principe positief tegenover de invoering van een FR staat, maar dat is niet zomaar te regelen, zegt hij in een reactie. ‘Het kan in ieder geval niet op korte termijn, want het Universiteitsreglement moet daarvoor worden aangepast. We hebben nu een gekozen studentenraad en een gekozen ondernemingsraad en die organen zouden daarmee dan akkoord moeten gaan. Ondernemingsraad en studentenraad nemen ook besluiten in gezamenlijke vergaderingen, de zogenoemde gv. We zouden als een soort pilot kunnen kijken of er een overgangsperiode kan komen waarin de gv meer bevoegdheden heeft dan nu.’
Decaan Edgar du PerronOok de directe verkiezing van een decaan en/of het faculteitsbestuur is volgens Du Perron niet zomaar te regelen. Zijn (tweede) termijn als decaan loopt aan het einde van dit kalenderjaar af. Dat de opvolgingsprocedure al in gang zou zijn gezet en zou moeten worden opgeschort, daarvan is niet op de hoogte. ‘Er wordt binnen de faculteit natuurlijk wel nagedacht over wat en wie er in de toekomst decaan zou kunnen worden, maar ik weet daar verder niet veel van. Daaruit zou je kunnen concluderen dat ik geringe belangstelling heb voor een derde termijn.’
