Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Jaaropening in teken van MH17, Afrika en Instellingsplan

Dirk Wolthekker,
1 september 2014 - 22:29
Collegevoorzitter Louise Gunning stond vanmiddag tijdens de opening van het academisch jaar uitgebreid stil bij de ramp met vlucht MH17, waarbij vier leden van de UvA-gemeenschap omkwamen. De omgekomen hiv-onderzoeker Joep Lange kreeg bovendien postuum aandacht vanwege het thema van de jaaropening: wetenschappelijke samenwerking met Afrika, een continent waar Lange veel onderzoek heeft verricht.

Alle vier werden ze vanmiddag door Gunning met naam en toenaam genoemd en herdacht, voorafgaand aan een moment stilte: hiv-onderzoeker Lange, zijn partner Jacqueline van Tongeren, masterstudent journalistiek Sacha Meijer en oud-redacteur van Propria Cures Laurens van der Graaff.

Gunning, die in haar eerdere functie als voorzitter van de raad van bestuur van het AMC veelvuldig met Lange en Van Tongeren samenwerkte, roemde hen vanwege hun ‘gepassioneerde inzet’ voor de verbetering van de toegankelijkheid – met name in Afrika ten zuiden van de Sahara – van hiv-medicatie. Lange en Van Tongeren stonden aan de wieg van het Amsterdam Institute for Global Health and Development dat zich inzet voor verbetering van de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Ter gelegenheid van de jaaropening verscheen ook Progress through Partnership. The UvA and Africa, een reeds geplande publicatie over de wetenschappelijke banden van de UvA met Afrika. De publicatie is opgedragen aan Lange en Van Tongeren.

Ook Sascha Meijer en Laurens van der Graaff kregen postuum alle eer. Meijer omdat ze volgens Gunning ‘een groot journalistiek talent’ was die al tijdens haar studie in toonaangevende (inter)nationale media had gepubliceerd en bovendien betrokken was bij verschillende KNAW-publicaties, Van der Graaff omdat hij ‘een scherp redacteur was met een originele geest en een grote passie voor onderwijs en taal’.

Instellingsplan
Na de herdenking van de slachtoffers ging Gunning in op kwesties die in het nu begonnen academisch jaar op de UvA-agenda staan. Ondanks het feit dat steeds meer opleidingen hun eigen wetenschappelijke weg zoeken binnen en buiten de UvA staat de academische UvA-gemeenschap nog steeds recht overeind. En dat is ook goed, zei Gunning. ‘Maar sommige UvA-opleidingen hebben inmiddels zo veel studenten dat het begrijpelijk is dat het gemeenschapsgevoel bij veel studenten niet per se aanwezig is. Laten we daarom samen en op een creatieve manier nadenken over hoe we binnen de UvA kleinere studentengemeenschappen kunnen creëren waar de interactie tussen studenten, docenten en hun faculteit intensief wordt beleefd.’

In zo’n academische gemeenschap worden studenten volgen Gunning niet alleen gestimuleerd deel te nemen aan het formele studieprogramma maar ook om daarbuiten aan activiteiten deel te nemen.

Het in standhouden en bevorderen van de academische gemeenschap zal een speerpunt zijn van het Instellingsplan 2015-2020 (IP), waaraan binnen de UvA momenteel hard wordt gewerkt. In het nieuwe IP zal ook de voortschrijdende studenteninternationalisering van de UvA ruim aandacht krijgen, al is inmiddels gebleken dat met name de ‘uitgaande mobiliteit’ niet eenvoudig te realiseren is bij de tamelijk honkvaste Nederlandse studenten. Buitenlandse studenten weten de UvA inmiddels in groten getale te vinden, wist Gunning te melden: van de reguliere studentenpopulatie komt inmiddels vijftien procent uit het buitenland en aan de diverse summerschools van afgelopen zomer deden 550 internationale studenten mee, afkomstig uit 47 landen.

Na Gunning nam alumnus en econoom Rob de Vos het woord, inmiddels consul-generaal in New York maar eerder vele jaren ambassadeur in verschillende Afrikaanse landen. Hij schetste een continent dat weliswaar nog vele problemen kent, maar ook vele kansen biedt. Ook voor de UvA. ‘Waarom? Omdat er een enorme vraag is naar wetenschap en kennis en de UvA in Afrika een mooie reputatie heeft op het gebied van de publieke gezondheidszorg.’ De Vos brak vooral een lans voor de kracht en kennis van de Afrikaanse vrouw. ‘Afrika kent een religieuze kaart, een economische kaart, een taalkundige kaart, een etnische kaart, maar de kaart van de Afrikaanse vrouw moet nog getekend worden.’

Droomboom
Ook studenten zelf kwamen aan het woord. Jessica Endert, bachelorstudent politicologie en lid van de Centrale Studentenraad, haakte in op het aankomende IP door alle aanwezigen op te roepen hun droom voor de UvA te verwoorden. Medestudenten reikten kaartjes uit waarop iedereen zijn droom in een paar regels mocht schetsen. De droomkaartjes bungelden even later aan een droomboom in de hal van het Maagdenhuis. Opvallend: veel dromen gingen over de samenwerking UvA-VU.

Verschillende sprekers hielden vervolgens een korte toespraak over hun medisch-economische onderzoek en werk in en voor Afrika. Zoals Kees Lede van de PharmAccess Foundation die een exposé hield over Kenia als Silicon Savannah en global hotspot van mobile money: nergens ter wereld wordt zo veel gebruikgemaakt van mobiele telefonie als in Kenia als het gaat om het afnemen van financiële diensten en het uitgeven/lenen van geld.

VU
Inmiddels vond er aan de andere kant van de stad – namelijk aan de De Boelelaan – ook een academische jaaropening plaats. Maar zo rustig als de UvA-opening verliep, zo tumultueus verliep de opening aan de VU, waar medewerkers de ceremonie aangrepen om te demonstreren tegen de voorgenomen reorganisaties en de ermee samenhangende bezuinigingen die volgens veel VU-medewerkers extra wrang zijn in het licht van de financiële regelingen die werden getroffen met de vertrokken bestuurders Bouter en Smit.

Maar de VU was – tot verbazing van verschillende aanwezigen – nauwelijks een onderwerp tijdens de jaaropening aan de UvA. En dat terwijl er het afgelopen jaar heel wat te doen is geweest om de VU en de plannen tot nauwe samenwerking tussen beide universiteiten. Er was meer kritiek: Afrika was weliswaar een mooi en interessant thema voor de jaaropening, maar waar was de Afrikaanse muziek, vroegen verschillende aanwezigen zich af. Een ander vroeg zich ironisch af of Afrikaans onderzoek misschien vooral bestond uit medisch-economisch onderzoek? ‘En waarom zijn er geen Afrikaanse sprekers op een opening die in het teken van Afrika staat,’ vroeg iemand zich af. Even later doken de Afrikanen toch op: niet achter het spreekgestoelte in de Aula, maar tijdens de receptie in het Maagdenhuis.