Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
De raden van toezicht van de UvA en de VU nemen voorlopig geen besluit over de verregaande samenwerking tussen de beide instellingen. Belangrijkste reden daarvoor is dat de VU zich allereerst op de kwaliteit van het eigen onderwijs wil concentreren. Het definitieve besluit over de samenwerking wordt daarmee flink vertraagd.

Aanvankelijk was het de bedoeling dat de raden van toezicht vandaag zouden besluiten over het uitgewerkte plan voor een vergaande samenwerking in de Amsterdam Academic Alliance (AAA), waar de drie bètafaculteiten van beide instellingen onderdeel van uit zullen maken. Verwacht werd dat ze met die plannen in zouden stemmen, waarna het besluit vervolgens ter instemming naar de medezeggenschapsorganen van de UvA en de VU zou gaan. Voorlopig zal die procedure nu echter moeten wachten.

Uitstel
UvA-woordvoerder Yasha Lange laat weten dat de raden van toezicht het momenteel niet verstandig vinden een besluit te nemen. Ten eerste wil men de VU de gelegenheid geven om zich volledig te concentreren op het halen van de Instellingstoets Kwaliteitszorg. De kwaliteit van het eigen onderwijs heeft bij de VU op dit moment prioriteit, aldus Lange. Een tweede reden het besluit uit te stellen, is de huidige bestuurscrisis bij de VU. Onlangs stapte de rector magnificus van de VU, Lex Bouter, op. Hij zal per 1 mei worden vervangen door Frank van der Duyn Schouten. Volgens Lange wil men met een besluit wachten tot het bestuur weer op volle sterkte is. Bovendien is ook de Raad van Toezicht van de UvA, na het plotselinge overlijden van toezichthouder Adri Baan, op dit moment niet compleet.

Als derde reden voor het uitstel noemt Lange het feit dat nog niet alle details over de harmonisatie van beide universiteiten uitgewerkt zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld nog vragen over hoe de verschillende studentinformatiesystemen gekoppeld kunnen worden, of over het afstemmen van de verschillende examenreglementen. Lange: ‘De komende tijd gaat men rustig werken aan het beantwoorden van die vragen. Maar de uitwerking van de samenwerkingsplannen loopt deze periode dus gewoon door.’

Besluit
Het feit dat door de toezichthouders geen besluit is genomen, betekent dat ook de medezeggenschapsraden voorlopig niet met de plannen kunnen instemmen. Wel zijn volgens Lange bepaalde onderdelen van het plan al uitgebreid bekeken en bediscussieerd. Daarbij gaat het om de uitwerking van de praktische zaken rondom de bètafusie. Die onderdelen zullen de komende tijd al wel aan de decanen en de medezeggenschapsraden worden voorgelegd.

Lange rekent erop dat het besluit van de raden van toezicht nog wel vóór aanstaande zomer genomen kan worden. Dat betekent niettemin dat de medezeggenschap zich pas later dit jaar over de plannen kan uitspreken. Het definitieve besluit voor de samenwerking zal daarmee op zijn vroegst eind dit jaar genomen kunnen worden.