Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Alleen Paul Doop in salaris top 15

Dirk Wolthekker,
29 oktober 2012 - 15:25
In de door de Algemene Onderwijsbond (AOb) samengestelde top 15 van beloningen in het hoger onderwijs staat Paul Doop, vicevoorzitter van het College van Bestuur, op de vijftiende plaats. Andere bestuurders van UvA of HvA komen op de lijst niet voor.

De lijst van de AOb bevat de beloningen over het boekjaar 2011. In dat jaar bedroeg Doops salaris volgens de bond 224.800 euro. De bond wist de salarissen van Doop en de andere bestuurders te achterhalen op basis van de Wet openbaarmaking semipubliek gefinancierde topinkomens (WOPT). Het normbedrag volgens die wet is 193.000 euro. Salarissen die daarboven liggen moeten in de jaarrekening worden vermeld en worden gerapporteerd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle vijftien bestuurders zitten daarboven.

In aanmerking moet worden genomen dat Doop verantwoordelijk is voor twee instellingen - UvA en HvA - en dat hij vorig jaar gedurende een half jaar het collegevoorzitterschap waarnam van de vertrokken Karel van der Toorn. Hij staat op de loonlijst van de HvA.

Opvallend binnen de lijst is de top 5. Daarin staan maar liefst drie bestuurders van Wageningen University & Research Centre: voorzitter Aalt Dijkhuizen (347.000 euro, inclusief 50.000 aan bonussen), rector magnificus Martin Kropff (274 .000 euro) en bestuurslid Tijs Breukink (261.000 euro). VU-baas René Smit staat op de derde plaats binnen de top 15 met een inkomen van 292.000 euro.

De Eerste Kamer behandelt op 6 november plenair de Wet Normering Topinkomens (WNT), waarin de beloning van bestuurders aan maxima wordt gebonden. Volgens die wet zal het beloningsmaximum in de semipublieke sector rond de 225.000 euro liggen (wo) en 194.000 (hbo).

Overigens zijn de topsalarissen niet direct voorbij als de wet wordt aangenomen. Lopende arbeidscontracten kunnen niet zomaar worden opengebroken en daarom komt er een overgangsregeling: de eerste vier jaar worden lopende contracten gerespecteerd; in de drie jaar daarna moeten beloningen worden afgebouwd tot onder de wettelijke norm.

Zie hier voor de volledige lijst en het bericht van het AOb.