De Universiteit van Amsterdam sluit met ingang van volgend jaar haar deuren niet langer op de Dag van de Arbeid. Dat is deze week bekend gemaakt aan de medewerkers van de UvA. De laatste jaren was er veel kritiek op de UvA vanwege het verplichte verlof op deze socialistische feestdag. Hoewel politieke neutraliteit nu niet als reden voor afschaffing wordt aangevoerd, zal de vrije dag toch verdwijnen.
De Universiteit van Amsterdam was de enige in Nederland die de deuren dicht houdt op de Dag van de Arbeid. Die van oudsher socialistische feestdag is in het buitenland vaak reden voor feest, maar is in Nederland minder ingeburgerd. Dat de UvA daar wel aan meedeed heeft te maken met haar geschiedenis.
Tot aan 1961 stond de UvA op de gemeentelijke begroting en aangezien de gemeente Amsterdam haar ambtenaren op 1 mei vrijaf gaf, volgde de UvA daarin gedwee. Nadat in de jaren zestig het Rijk de financiering grotendeels overnam van de gemeente, bleef de vrije dag echter bestaan. Dat verdedigde collegevoorzitter Louise Gunning in 2013 nog eens door te verwijzen naar ‘de binding met Amsterdam als leidend beginsel’ voor de universiteit.
Regelmatig studiegedrag
Anderhalf jaar later moet de feestdag er echter aan geloven. In een intern bericht laat de UvA weten dat door de verandering van de nationale feestdag van 30 april in 27 april er een versnippering van vrije dagen in de lente optreedt. Dat zou het ‘regelmatig studiegedrag’ te veel verstoren. Daarnaast zou de vrije dag tot verwarring leiden bij samenwerkingspartners als de VU en de HvA.
Om het verlies van de socialistische feestdag te compenseren krijgen UvA-medewerkers een extra vrije dag. De sluiting rond de kerstdagen kost medewerkers voortaan nog maar 16 uur vakantietijd, in plaats van 24 uur. Voor parttimers worden deze uren verrekend naar werktijdfactor.
De Universiteit van Amsterdam was de enige in Nederland die de deuren dicht houdt op de Dag van de Arbeid. Die van oudsher socialistische feestdag is in het buitenland vaak reden voor feest, maar is in Nederland minder ingeburgerd. Dat de UvA daar wel aan meedeed heeft te maken met haar geschiedenis.
Tot aan 1961 stond de UvA op de gemeentelijke begroting en aangezien de gemeente Amsterdam haar ambtenaren op 1 mei vrijaf gaf, volgde de UvA daarin gedwee. Nadat in de jaren zestig het Rijk de financiering grotendeels overnam van de gemeente, bleef de vrije dag echter bestaan. Dat verdedigde collegevoorzitter Louise Gunning in 2013 nog eens door te verwijzen naar ‘de binding met Amsterdam als leidend beginsel’ voor de universiteit.
Regelmatig studiegedrag
Anderhalf jaar later moet de feestdag er echter aan geloven. In een intern bericht laat de UvA weten dat door de verandering van de nationale feestdag van 30 april in 27 april er een versnippering van vrije dagen in de lente optreedt. Dat zou het ‘regelmatig studiegedrag’ te veel verstoren. Daarnaast zou de vrije dag tot verwarring leiden bij samenwerkingspartners als de VU en de HvA.
Om het verlies van de socialistische feestdag te compenseren krijgen UvA-medewerkers een extra vrije dag. De sluiting rond de kerstdagen kost medewerkers voortaan nog maar 16 uur vakantietijd, in plaats van 24 uur. Voor parttimers worden deze uren verrekend naar werktijdfactor.
