Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
'Het Maagdenhuis bood ruimte voor een bonte verzameling van bezetters en steunbetuigers. Ze kwamen niet alleen vanuit de geesteswetenschappelijke en bèta-hoek die hun revolutionaire sporen de afgelopen maanden en jaren al hebben bewezen: in de gelederen bevonden zich ook rechtenstudenten, sociale wetenschappers, verontruste VU’ers, internationale studenten en HvA’ers.

De grote afwezigen lijken op dit toneel de studenten van de ‘Interfacultaire Leraren Opleiding’ (ILO) van de UvA en aanverwante opleidingen van de VU en andere universiteiten. Terwijl alles wat er mis is met het universiteitsbeleid volgens de revolutionairen, driedubbel mis gaat op de ILO.

Schizofrene lerarenlegbatterij
De interfacultaire lerarenopleiding biedt studenten de kans om na het afronden van een universitaire master hun lesbevoegdheid in het bijbehorende schoolvak te halen. Het is een mooi ideaal: afgestudeerde academici krijgen een jaar lang de tijd om zich naast het opdoen van praktijkervaring op een stageschool ook te verdiepen in pedagogische en didactische literatuur. Op de ILO zouden drie nobele elementen in elkaar gepast worden: de liefde voor het eigen vak, de liefde voor lesgeven en de liefde voor altijd meer leren en onderzoeken. Het zou een plek zijn waar je door te leren, leert hoe anderen te helpen met leren. De kers op de taart van het Nederlandse onderwijs.

De ILO is in werkelijkheid een schizofrene lerarenlegbatterij waar kwantiteit op elke denkbare manier boven kwaliteit geplaatst is. Ik ken meer mensen die uitstromen omdat de ILO onverdraagbaar is dan omdat ze geen goede docenten zouden zijn. Mensen die het op hun stage geweldig doen kunnen de fabrieksmatig vervreemdende ILO-atmosfeer niet aan. Degenen die het wel overleven doen ook precies dat en enkel dat: overleven. Om na het ontvangen van de graad nooit meer aan termen als ‘profielproduct’, ‘videoreflectie’ en ‘ontwerponderzoek’ te denken.

De protestgeest van het Maagdenhuis richt zich precies tegen die elementen die de ILO tot de wanstaltigheid maken die het is. Ten eerste de scheve verhouding tussen kwantiteit en kwaliteit, ten tweede de vervreemding van de eigen studenten en ten derde de obsessie met meetbaarheid die gezien kan worden als een van de symptomen van het rendementsdenken. Het instituut heeft deze elementen op haar eigen onnavolgbare wijze in een krankzinnig curriculum samen weten te smelten.

Talloze invuloefeningen
In Nederland kun je zowel een eerste als een tweedegraads lesbevoegdheid halen. Met de eerste op zak geef je les op het VWO en in de bovenbouw, met de tweedegraads sta je voor klassen op het VMBO, de HAVO en in de onderbouw van het VWO. De eerstegraadsbevoegdheid haal je op een academisch instituut zoals de ILO, de tweedegraads op het HBO. Tussen de twee trajecten moet naast een verschil in instituut ook een verschil in curriculum zijn. De eerstegraads-opleiding moet zwaarder zijn dan de tweedegraads-opleiding. Tevens moet de eerste academisch zijn waar de tweede praktischer van aard is.

Hoe maak je iets zwaarder? Blijkbaar is het antwoord daarop kwantitatief in plaats van kwalitatief van aard. Wat er toe leidt dat in ILO-logica ‘academisch zijn’ betekent ‘heel erg veel verslagen maken’. In plaats van een beperkt aantal diepgaande, intellectueel uitdagende opdrachten is er gekozen voor talloze oppervlakkige, intellectueel afstompende invuloefeningen die makkelijk zijn maar wel zeeën van tijd kosten. In het eerste semester komt het aan op het eindeloos inleveren van (video)reflectieverslagen en het uit je hoofd leren van een enorme stapel onderwijskundige en pedagogische literatuur.

Volautomatisch ophoesten
In het tweede semester worden de opdrachten, volgens ILO-woordvoerders zelf, ‘nog wat academischer’ (let op de ‘nog’, die impliceert dat ze dat in het eerste semester al waren). Dit houdt in dat je onderzoek moet doen – tweemaal maar liefst. In feite komt het erop neer dat je twee scripties schrijft in één semester, naast het zelfstandig lesgeven en het, nog altijd, zij het nu wel bijna volautomatisch, ophoesten van de zelfreflectie-opdrachten.

Natuurlijk, onderzoek doen is academisch. Zeker academischer dan over jezelf praten of tekst uit je hoofd leren. Maar waarom dan weer twee keer? Waarom weer de keuze van kwantiteit boven kwaliteit? Het schrijven van twee scripties en tegelijkertijd stage lopen komt niets of niemand ten goede. Het onderzoek wordt er niet beter van, de onderwijspraktijk ook niet. Laat staan de geestelijke gezondheid van de aankomende docent. Daarnaast zijn ook op de ILO alle vormen van denken en werken die niet data-gericht zijn uitgebannen. Alles moet meetbaar zijn. Tot in het waanzinnige.

Verzinnen van data
Als docent filosofie die enkel te maken heeft met de vrijwel onmeetbare ‘hogere orde denkvaardigheden’ zoals bijvoorbeeld kritisch denken, loop je telkens keihard tegen de lamp. Zelfs als de vakdidacticus en stagebegeleider je lesontwerp respectievelijk op vakinhoudelijke als praktisch uitvoerbare gronden met een ruim voldoende beoordelen, komt de ILO-begeleider op de proppen met de zoveelste platte onvoldoende: sorry mevrouw Stokhof, wat u wilt is niet meetbaar.

Dit resulteert er in dat de ongelukkigen der ILO die een onmeetbaar vak geven dus bijna gedreven worden tot het verzinnen van data om het datamonster op de Roeterseiland-campus tevreden te stellen. Over perverse prikkels gesproken.

Datageile kaders
Is het niet academisch om buiten de grenzen van het kader te denken? Waarom moet alles in ‘formats’ en ‘rubrics’? Waarom moet een prachtig schoolvak als filosofie worden ingekaderd en ingetoomd zodat het binnen de datageile kaders van de ILO past? Daar past het niet, en dat is maar goed ook.

Er staan geen massa’s protesterende ILO-studenten in de hal van het Maagdenhuis. Er is te weinig binding, met elkaar en met het instituut waar je slechts één jaar lang op volslagen onpersoonlijke wijze wordt geacht ‘producten’ in te leveren. Studenten die het eerste semester overleven hebben nog maar één doel voor ogen: zo snel mogelijk afstuderen, weg uit de vervreemdende lerarenfabriek. Weg van het helse vuur van het instituut dat je elke donderdag weer bijna de zin tot lesgeven uit je ziel weet te branden, waarbij het laatste uur vakdidactiek nog de enige menselijke strohalm is waar je je aan vast kunt klampen.

Duizelingwekkend
De ILO belooft een inspirerende, interfacultaire leeromgeving waarin studenten uit alle hoeken van de academie samenkomen om zich te bekwamen in didactiek en pedagogiek. Een opleiding van hoge kwaliteit, ter voorbereiding op een prachtig beroep. De teleurstelling is duizelingwekkend.

Boven de poorten van de lerarenopleidingen dient per ommegaande een plakkaat gehangen te worden waarop staat: binnentreden op risico van vervreemding en verlies van uw zelf.'

Clara Stokhof (1987) studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. Momenteel volgt ze aan dezelfde universiteit de lerarenopleiding om docent filosofie te worden. Dit stuk werd geschreven voor deFusie. De opening is enigszins aangepast met licht op de actualiteit.