Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) trekt de komende vier jaar tachtig miljoen euro om de uitval van startende leraren aan te pakken. Met het geld worden zo’n zestig initiatieven gestart om de aansluiting tussen de lerarenopleidingen en pabo’s en de scholen in de praktijk te verbeteren.
In de eerste vijf jaar na hun afstuderen haakt een kwart van de leraren af. Via een persbericht laat minister Bussemaker weten dat ‘onnodige verspilling van talent dat wij hard nodig hebben voor de klas’ te vinden. Om die reden trekt ze nu tachtig miljoen uit om de aansluiting tussen de opleidingen en de praktijk te verbeteren. Vooral in de begeleiding van jonge leraren kan volgens het ministerie veel verbeterd worden.
Opleidingsmanager van de HvA-pabo Johan Jelsma is blij met het extra geld. Volgens hem past het geld bij in het beleid van de ‘lerarenagenda’ die Bussemaker eind vorig jaar presenteerde en die het beroep aantrekkelijk moet maken. ‘Elke extra investering juichen wij natuurlijk toe.’
Goede start
Volgens Jelsma wordt er aan de HvA al nauw samengewerkt met de opleidingsscholen in de praktijk, om te kijken waar de aansluiting verbeterd kan worden. Sinds 1 februari is de hogeschool met subsidie van het ministerie al gestart met een zogenaamd ‘inductietraject’. Jelsma: ‘Daarmee proberen wij als pabo samen met de opleidingsscholen er voor te zorgen dat beginnende leraren een goede start maken.’
De Algemene Onderwijsbond toont zich gematigd positief over de investering. In een reactie laten zij weten dat het vooral het lage salaris en de hoge werkdruk zijn waardoor beginnende leraren snel afhaken. Een volledige aanpak doet ook wat aan de volle roosters, aldus de onderwijsbond.
Jelsma geeft aan weinig zicht te hebben op de precieze redenen waarom mensen afhaken. ‘Uiteindelijk zijn ze dan toch al weg van onze opleiding,’ aldus de opleidingsmanager. Niettemin denkt hij dat het vebeteren van de aansluiting wel degelijk nuttig is. ‘Dit is iets dat we met alle partijen moeten aanpakken. Dat de banden met dit soort subsidies verstevigd kunnen worden is alleen maar goed.’
In de eerste vijf jaar na hun afstuderen haakt een kwart van de leraren af. Via een persbericht laat minister Bussemaker weten dat ‘onnodige verspilling van talent dat wij hard nodig hebben voor de klas’ te vinden. Om die reden trekt ze nu tachtig miljoen uit om de aansluiting tussen de opleidingen en de praktijk te verbeteren. Vooral in de begeleiding van jonge leraren kan volgens het ministerie veel verbeterd worden.
Opleidingsmanager van de HvA-pabo Johan Jelsma is blij met het extra geld. Volgens hem past het geld bij in het beleid van de ‘lerarenagenda’ die Bussemaker eind vorig jaar presenteerde en die het beroep aantrekkelijk moet maken. ‘Elke extra investering juichen wij natuurlijk toe.’
Goede start
Volgens Jelsma wordt er aan de HvA al nauw samengewerkt met de opleidingsscholen in de praktijk, om te kijken waar de aansluiting verbeterd kan worden. Sinds 1 februari is de hogeschool met subsidie van het ministerie al gestart met een zogenaamd ‘inductietraject’. Jelsma: ‘Daarmee proberen wij als pabo samen met de opleidingsscholen er voor te zorgen dat beginnende leraren een goede start maken.’
De Algemene Onderwijsbond toont zich gematigd positief over de investering. In een reactie laten zij weten dat het vooral het lage salaris en de hoge werkdruk zijn waardoor beginnende leraren snel afhaken. Een volledige aanpak doet ook wat aan de volle roosters, aldus de onderwijsbond.
Jelsma geeft aan weinig zicht te hebben op de precieze redenen waarom mensen afhaken. ‘Uiteindelijk zijn ze dan toch al weg van onze opleiding,’ aldus de opleidingsmanager. Niettemin denkt hij dat het vebeteren van de aansluiting wel degelijk nuttig is. ‘Dit is iets dat we met alle partijen moeten aanpakken. Dat de banden met dit soort subsidies verstevigd kunnen worden is alleen maar goed.’
