In afwachting van openheid over de zaak rond de huisarts in Tuitjenhorn, hebben verschillende huisartsen aangegeven voorlopig geen coassistenten van het AMC aan te nemen. De huisartsen zetten vraagtekens bij de handelswijze van het ziekenhuis rondom het incident. Met een brief probeert het ziekenhuis de onrust nu voorlopig weg te nemen.
Eind augustus diende de huisarts uit Tuitjenhorn een 59-jarige kankerpatiënt op zijn sterfbed een dosis morfine toe. Korte tijd later overleed de man. Bij het overlijden was ook een coassistent van het AMC aanwezig. Bij haar riep de gang van zaken vragen op die de huisarts onvoldoende beantwoordde. In overleg met haar begeleider bij het AMC en een hoogleraar medische ethiek is er vervolgens een melding gemaakt bij de inspectie.
Onrust
Over die gang van zaken is er bij veel huisartsen grote onrust ontstaan. Vooral over het feit dat er niet eerst contact is gezocht met de huisarts zelf, is men kwaad. Op diverse fora op internet alsook op de website van vakblad Medisch Contact hebben veel artsen hun onvrede laten blijken. Daarbij hebben verschillende huisartsen aangegeven voorlopig te wachten met het accepteren van nieuwe co-assistenten van het Amsterdamse ziekenhuis.
Volgens een AMC-woordvoerder Frank van den Bosch gaat het om een stuk of tien artsen die de boot tot nu toe hebben afgehouden. De weigering heeft volgens Van den Bosch nog geen gevolgen voor het opleidingstraject van geneeskundestudenten aan het AMC. Mocht de situatie echter langer duren, dan kan de plaatsing van studenten volgens Van den Bosch wel een probleem worden.
Openheid
Na de melding van het AMC op vrijdag 23 augustus schakelde de inspectie direct het Openbaar Ministerie in, die het betreffende weekend een onderzoek hebben ingesteld. Maandag werden de co-assistent en haar begeleider uitgebreid verhoord, waarna in de avond een huiszoeking is verricht bij de huisarts. Pas op 2 oktober werd de arts op non-actief gesteld. Zes dagen na de schorsing pleegde de huisarts zelfmoord.
Zowel het OM als de inspectie hebben tot noch toe nagelaten volledige openheid te geven over het onderzoek en de gevonden feiten. Volgens het OM kunnen zij geen mededelingen doen over de inhoud van het strafrechtelijk onderzoek naar de huisarts. Wel benadrukken zij dat een dergelijk onderzoek niet zomaar wordt ingesteld. Ook de Inspectie voor Gezondheidzorg wijst daarop, hoewel ook zij zegt omwille van de privacy geen verdere mededelingen te kunnen doen.
Om die reden heeft hoogleraar huisartsgeneeskunde Henk van Waart maandag namens het ziekenhuis een brief gestuurd aan alle aangesloten huisartsen. In de brief probeert het ziekenhuis met name vraagtekens weg te nemen over waarom men direct de inspectie heeft ingelicht. Volgens het AMC was de vastgestelde gang van zaken dusdanig alarmeren, dat daar bewust voor is gekozen. Dat is ongebruikelijk, benadrukt Van Weert. ‘Ons is uit het verleden geen situatie bekend met een dergelijk verregaand karakter. Het is de eerste maal sinds het bestaan van de afdeling dat we hiertoe hebben besloten.’
Volgens Van de Bosch blijft het aan de inspectie en het OM om volledige openheid over de zaak te geven. ‘We hebben niet de illusie hiermee alles op te helderen. Uiteindelijk kunnen we brieven schrijven wat we willen: wat wij kunnen en mogen vertellen blijft altijd in het abstracte.’
Eind augustus diende de huisarts uit Tuitjenhorn een 59-jarige kankerpatiënt op zijn sterfbed een dosis morfine toe. Korte tijd later overleed de man. Bij het overlijden was ook een coassistent van het AMC aanwezig. Bij haar riep de gang van zaken vragen op die de huisarts onvoldoende beantwoordde. In overleg met haar begeleider bij het AMC en een hoogleraar medische ethiek is er vervolgens een melding gemaakt bij de inspectie.
Onrust
Over die gang van zaken is er bij veel huisartsen grote onrust ontstaan. Vooral over het feit dat er niet eerst contact is gezocht met de huisarts zelf, is men kwaad. Op diverse fora op internet alsook op de website van vakblad Medisch Contact hebben veel artsen hun onvrede laten blijken. Daarbij hebben verschillende huisartsen aangegeven voorlopig te wachten met het accepteren van nieuwe co-assistenten van het Amsterdamse ziekenhuis.
Volgens een AMC-woordvoerder Frank van den Bosch gaat het om een stuk of tien artsen die de boot tot nu toe hebben afgehouden. De weigering heeft volgens Van den Bosch nog geen gevolgen voor het opleidingstraject van geneeskundestudenten aan het AMC. Mocht de situatie echter langer duren, dan kan de plaatsing van studenten volgens Van den Bosch wel een probleem worden.
Openheid
Na de melding van het AMC op vrijdag 23 augustus schakelde de inspectie direct het Openbaar Ministerie in, die het betreffende weekend een onderzoek hebben ingesteld. Maandag werden de co-assistent en haar begeleider uitgebreid verhoord, waarna in de avond een huiszoeking is verricht bij de huisarts. Pas op 2 oktober werd de arts op non-actief gesteld. Zes dagen na de schorsing pleegde de huisarts zelfmoord.
Zowel het OM als de inspectie hebben tot noch toe nagelaten volledige openheid te geven over het onderzoek en de gevonden feiten. Volgens het OM kunnen zij geen mededelingen doen over de inhoud van het strafrechtelijk onderzoek naar de huisarts. Wel benadrukken zij dat een dergelijk onderzoek niet zomaar wordt ingesteld. Ook de Inspectie voor Gezondheidzorg wijst daarop, hoewel ook zij zegt omwille van de privacy geen verdere mededelingen te kunnen doen.
Om die reden heeft hoogleraar huisartsgeneeskunde Henk van Waart maandag namens het ziekenhuis een brief gestuurd aan alle aangesloten huisartsen. In de brief probeert het ziekenhuis met name vraagtekens weg te nemen over waarom men direct de inspectie heeft ingelicht. Volgens het AMC was de vastgestelde gang van zaken dusdanig alarmeren, dat daar bewust voor is gekozen. Dat is ongebruikelijk, benadrukt Van Weert. ‘Ons is uit het verleden geen situatie bekend met een dergelijk verregaand karakter. Het is de eerste maal sinds het bestaan van de afdeling dat we hiertoe hebben besloten.’
Volgens Van de Bosch blijft het aan de inspectie en het OM om volledige openheid over de zaak te geven. ‘We hebben niet de illusie hiermee alles op te helderen. Uiteindelijk kunnen we brieven schrijven wat we willen: wat wij kunnen en mogen vertellen blijft altijd in het abstracte.’
