Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Fysieke bibliotheek Inholland moet binnen twee jaar verdwijnen

Clara van de Wiel,
19 februari 2013 - 10:20
Het einde van de fysieke bibliotheek, dat is de intentie van hogeschool Inholland. Afgelopen week besloot die hogeschool om haar bibliotheekcollectie vanaf 2015 alleen nog digitaal aan te bieden. Met het volledig digitaliseren van de collectie moet de fysieke bibliotheek van Inholland in 2015 verdwijnen. Inholland is daarmee de eerste onderwijsinstelling in Nederland die een dergelijke ingrijpende beslissing neemt.

‘Het is een ambitieus plan,’ geeft Inholland voorzitter Doekle Terpstra toe. ‘Maar ook een onvermijdelijke stap richting de toekomst.’ Als de bibliotheek van Inholland up-to-date wil blijven, is een digitale collectie volgens hem de enige oplossing. ‘Een actuele bibliotheekcollectie is van groot belang, en we merken dat er ook bij de accreditatie van onderwijs duidelijke eisen aan de bibliotheekomgeving worden gesteld. Dan moet je de keuze maken of je in gaat zetten op een fysieke of een digitale collectie. Wij hebben besloten volledig voor dat laatste te gaan.’


De concrete uitwerking van het plan zal de komende tijd vorm moeten krijgen. Volgens Terpstra is voor nu het belangrijkste dat de knoop daadwerkelijk is doorgehakt. ‘Natuurlijk hebben we lang gewikt en gewogen, maar dat de beslissing is genomen betekent dat we nu snel met alle partijen in gesprek gaan. Onze missie in om in september 2015 klaar te zijn.’

Uitdaging
Ook manager van de Inholland-bibliotheek Ria Paulides noemt het plan van de hogeschool ‘een uitdaging.’ Volgens haar is 75 procent van de Inholland bibliotheek op dit moment al digitaal beschikbaar. ‘Tot 2015 gaan we er heel hard aan werken ook die laatste 25 procent digitaal te krijgen.’ Zelf zal de hogeschool geen boeken gaan digitaliseren. Wel treedt ze de komende tijd met uitgevers in gesprek om afspraken te maken over welke literatuur zij digitaal kunnen aanleveren. Paulides: ‘Dat levert voor hen een nieuw businessmodel op. Wij kiezen voor hun boek omdat dat digitaal voorhanden is. En mogelijk zullen sommige studenten het boek na gebruik voor studie alsnog aanschaffen, wat voor uitgevers ook interessant kan zijn.'

Bovendien zal ook de vraag vanuit de hogeschool worden aangepast op wat digitaal voorhanden is, legt Paulides uit. ‘De door ons aangeboden literatuur bestaat uit voorgeschreven boeken en achtergrondliteratuur. Wat dat laatste betreft hebben we een relatief vrije keus en kunnen we eenvoudig kiezen voor boeken die digitaal beschikbaar zijn. Maar over literatuur die voor een bepaald vak vereist is zullen we in gesprek gaan met de docenten, om te zien of zij kunnen voorschrijven wat wij digitaal kunnen leveren of om bij de uitgevers de vraag naar een digitale versie aan te geven.’

HvA-bibliotheek
Wilma van den Brink, teamleider informatiediensten van de Bibliotheek HvA, noemt het plan eveneens ambitieus. ‘Ik ben natuurlijk ontzettend benieuwd hoe ze dit allemaal aan gaan pakken. Van de boeken die wij aanbieden is op dit moment 75 procent Nederlandstalig, terwijl de meeste gedigitaliseerde literatuur alleen Engelstalig voorhanden is. Dat is vaak een probleem.’

Ook benadrukt Van den Brink het verschil tussen universiteitsbibliotheken en een hogeschoolbibliotheek, waar digitalisering een lastiger project is. ‘Veel wetenschappelijke literatuur is in databanken aanwezig is. Dat is bij lesboeken van het praktisch onderwijs anders.’ Van den Brink benadrukt dat ook de HvA zo veel mogelijk digitaal aanbiedt. ‘Alles dat digitaal beschikbaar is, zullen we ook op die manier aanbieden. Voor de opleiding rechten hebben we bijvoorbeeld al een uitgebreide database.’

Volgens Paulides zal het plan van Inholland uiteindelijk budgetneutraal moeten zijn. Ondanks het verdwijnen van een fysieke collectie blijven er voor de studenten bovendien stille werkplekken op de hogeschool beschikbaar.