Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Deuze: ‘Raar dat voor alle masters zelfde eisen gelden’

Clara van de Wiel,
3 april 2014 - 06:28
Als de beoordelingscommissie van de NVAO vandaag zou langskomen, zou de master journalistiek aan alle eisen voldoen. Dat zegt hoofd van de opleiding Mark Deuze in reactie op het deze week vastgelegde besluit de master een herstelperiode van twee jaar te geven.

Een visitatiecommissie van de NVAO beoordeelde de master vorig jaar kritisch. Hoewel ze als beroepsopleiding alles op orde heeft, lieten de wetenschappelijke elementen van de master te wensen over. In de opleiding zou ‘slechts beperkt ruimte worden ingebouwd voor de wetenschappelijke tradities in de bestudering van de journalistiek'.

Maandag werd bekend dat het herstelplan dat de opleiding in reactie op het rapport opstelde, door de accreditatieorganisatie is goedgekeurd. Met het plan is volgens de NVAO voldoende aannemelijk gemaakt dat de opleiding binnen twee jaar alsnog aan de eisen zal voldoen.

Hoogleraar journalistiek Deuze is blij met het besluit van de NVAO. Wel benadrukt hij dat het merendeel van de maatregelen uit het herstelplan, al waren ingezet vóórdat de visitatiecommissie in het voorjaar van 2013 haar oordeel velde. ‘Er werd al gewerkt aan een flinke herziening van het curriculum,’ aldus de hoogleraar. ‘De veranderingen werden al voorbereid en gingen afgelopen september al in. In reactie op het visitatierapport hebben we sommige dingen hooguit nog iets aangescherpt.’

Maatregelen die in het herstelplan zijn opgenomen, zijn onder meer de invoering van een nieuw onderzoeksvak en het verplicht stellen van een onderzoeksplan voorafgaand aan de stage. Volgens Deuze wordt er geen praktijk uit de opleiding weggehaald, maar worden er slechts onderdelen aan toegevoegd. ‘Het is al een heel intensieve master en het wordt nu allemaal nog iets zwaarder.’ Als de visitatiecommissie nu langs zou komen zou alles volgens hem dan ook op orde zijn.

Andere eisen
In de inleiding van haar herstelplan stelt de opleiding wel dat er met de NVAO een verschil van mening bestaat over de vraag of aan een beroepsgeoriënteerde master andere eisen gesteld moeten worden dan aan een wetenschappelijke onderzoeksmaster. Dat benadrukt ook Deuze. ‘Het is eigenlijk raar dat voor alle masters precies dezelfde eisen gelden, namelijk dat ze moeten voorbereiden op een wetenschappelijk promotietraject. Internationaal zie je vaak dat er een verschil wordt gemaakt tussen masters waarin voorbereiding op de wetenschap centraal staan, en die waarin een beroepspraktijk, zij het gecombineerd met reflectie daarop, wordt aangeleerd.’

Volgens Deuze vond men bij de opleiding het oordeel van de NVAO daarom wel erg zwaar. ‘Onze opleiding staat ontzettend hoog aangeschreven en bijna iedereen vindt na zijn afstuderen meteen een baan in de journalistiek. Dat betekent niet dat er niks verbeterd kon worden, maar het is wel  wrang dat dat niet is meegenomen of wordt genoemd in het oordeel.’

Breder perspectief
De kritiek dat een praktijkgerichte opleiding journalistiek eigenlijk überhaupt niet thuis hoort op de universiteit, deelt Deuze niet. ‘Uit het veld horen wij juist vaak dat er grote behoefte is aan journalisten met een breder perspectief die beter op de praktijk van alledag kunnen reflecteren. Die reflectie krijg je niet vanzelf. Dat oefenen studenten bijvoorbeeld door na hun stage weer terug te gaan naar de theorie. Dat is echt anders dan bij een hbo- opleiding journalistiek.’