Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

David van Reybrouck: ‘Verkiezingen zijn primitief’

Harmen van der Meulen,
7 september 2013 - 14:18
Betreft
Deel op
Het academische, culturele seizoen is vrijdag 6 september officieel geopend met de Spui25-lezing van David Van Reybrouck in de Aula van de UvA. De Vlaamse schrijver van romans, poëzie, toneel en pamfletten onderhield het publiek – na afloop van zijn lezing met hulp van Rob Wijnberg – dat in enige honderdtallen was toegestroomd naar de Lutherse Kerk, over de staat van de democratie. Niet omdat hij dat nu zo graag wou - het liefst zat de schrijver van het veelbekroonde Congo thuis proza of poëzie te schrijven, vertelde hij - maar omdat het wel moet. ‘Het is lastig schrijven als het dak lekt. Het is lastig schrijven onder een vergiet.’

Het vergiet waar hij het over heeft is de representatieve democratie. Volgens Van Reybrouck is er sprake van een democratisch vermoeidheidssyndroom, dat zich uit in symptomen als grillige kiezers, lage opkomsten, maar bovenal in grote ontevredenheid over de politiek. Hij laat zien dat die wijdverbreid is, zelfs in het relatief succesvolle Duitsland heerst veel onvrede, en werd Wutbürger in 2010 zelfs verkozen tot woord van het jaar. Het probleem is dat wij de democratie hebben gereduceerd tot verkiezingen, vindt Van Reybrouck. ‘Wij aanbidden de verkiezingen.’ En dat gaat zelfs zo ver dat we niet-westerse landen helpen met democratiseren, oftewel verkiezingen organiseren, ‘zoals bij ons, maar dan daar. Dan krijgen die landen geld van ons.’

Allemaal vanuit een blind geloof in verkiezingen, volgens de Belgische schrijver zijn wij ‘electorale fundamentalisten’. De democratie is gereduceerd tot de representatieve democratie, en de representatieve democratie is gereduceerd tot verkiezingen. En verkiezingen zijn verworden tussen een bittere strijd tussen wankelende politieke partijen, die wanhopig proberen de grillige kiezer te paaien met kortetermijnoplossingen, en altijd met in het achterhoofd de volgende verkiezingen. Dit alles enthousiast verslagen door commerciële media, waarin politiek als ‘dagelijkse soap’ fungeert, met enige improvisatie, namelijk: de actualiteit.

Irritatie
In deze cultuur, waar de waan van de dag wordt opgeblazen tot enorme proporties, terwijl het algemene belang steeds meer ondergesneeuwd raakt, is het niet vreemd dat de burger de politiek vooral associeert met irritatie, betoogt Van Reybrouck. Hij vraagt de zaal zich voor te stellen dat er vandaag de dag iets bedacht moest worden om burgers bij de politiek te betrekken, en of het beste idee dan werkelijk zou zijn ‘om eens in de vier jaar met een potlood een bolletje in te kleuren?’ Het is een retorische vraag, dat mag duidelijk zijn, want de democratie zoals wij die nu ongeveer twehonderd jaar kennen, is over the hill, een relikwie uit oude tijden.

‘Verkiezingen zijn primitief,’ stelt Van Reybrouck, om vervolgens een lans te breken voor een systeem met gelote politici. Zo is in IJsland de grondwet geschreven door gelote politici, en in Ierland is er overleg gaande tussen gekozen politici en willekeurig gekozen burgers. Niet verbazingwekkend dat dit juist hier gebeurt, in twee landen die door de crisis gedwongen werden ‘een nieuw contract met de burger aan te gaan’.

Het is volgens Van Reybrouck te hopen dat ook in andere landen mensen gaan beseffen dat de democratie in zijn huidige vorm op zijn laatste benen staan. Er dreigt een immense systeemcrisis. En als Wijnberg hem vraagt hoe die zich gaat uiten, zegt hij dat het hem niet zou verbazen als in de komende tien of vijftien jaar Europese landen minder democratisch zouden worden. Of in zijn eigen, onheilspellende metafoor: ‘Het dak lekt, en de herfst komt eraan.’



Zevende SPUI25-Lezing: David van Reybrouck from SPUI25 on Vimeo.
Lees meer over